Na een bloederige strijd hadden de legeraanvoerders van Gondor en Rohan samen de duistere vorst Sauron en zijn leger van orks en oostelijke geallieerden verslagen.

Théoden, de koning van Rohan, was gesneuveld in de strijd en had voor zijn overlijden de fakkel doorgegeven aan zijn neef Eomer.

Aragorn was de laatste nazaat van de oude lijn der koningen van Gondor. Hij had de leiding van de Westelijke legers op zich genomen en ook hij zou binnenkort het koningschap aanvaarden. Terwijl het overwinnende leger tijdelijk in een tentenkamp aan de oostelijke grens van het land verbleef, maakte de hoofdstad van Gondor zich klaar voor een langverwachte kroning.